Resistance in Belgium. De nationale databank over het verzet in België

-Babette Weyns (Universiteit Gent)

In oktober 2024 lanceerde het CegeSoma (Rijksarchief) de eerste resultaten van een ambitieus project. Mooi op tijd om de tachtigste verjaardag van het einde van de Tweede Wereldoorlog te vieren, en in lijn met de stijgende maatschappelijke aandacht voor het verzet, werd de databank Resistance in Belgium voorgesteld. Deze databank zal op termijn gegevens bevatten over meer dan tweehonderdduizend mensen die actief waren in het verzet in België tijdens de Tweede Wereldoorlog. Die gegevens komen uit meer dan driehonderdvijftigduizend dossiers. Dat huzarenwerk wordt mogelijk gemaakt door een ploeg vrijwilligers die nauwgezet de gegevens uit duizenden erkenningsdossiers verwerkt. Onder de deskundige coördinatie van dr. Anne Chardonnens en dr. Fabrice Maerten zette het Cegesoma hiermee een belangrijke digitale stap. Het potentieel van deze database is groot: in een handomdraai kunnen de gegevens worden ingezet voor grootschalige en gespecialiseerde analyses, maar tegelijk biedt het eenvoudige opzoekmogelijkheden voor een breed publiek.

Lokaal verzet

De belangstelling voor het verzet zit al enkele jaren in de lift. Daarmee stijgen ook de vragen van onderzoekers en nabestaanden over de beschikbare informatie en bronnen om dit verleden te bestuderen. Met deze database levert het CegeSoma nu een tool aan om zelf aan de slag te gaan. Het vormt een dankbaar instrument om de kennis over het verzet in België te verbreden en te verdiepen.

Resistance in Belgium anticipeert goed in op de interesse in ‘lokale verzetsgeschiedenis’. Zo is het bijzonder eenvoudig om de verschillende personen gekoppeld aan eenzelfde woonplaats uit de database te filteren. Bovendien zijn de woonplaatsen gehergroepeerd in verschillende regio’s waardoor via één klik alle personen uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en de provincies in het Vlaams en Waalse gewest worden weergegeven. De zoekresultaten zijn efficiënt te exporteren in het gewenste (csv- of pdf-)formaat.

Screenshot van de functionaliteit 'zoeken op woonplaats' – Resistance in Belgium

Leercurve

Zoeken via de algemene zoekbalk werkt intuïtief. Zoek je een specifiek persoon, dan volstaat het de achternaam (en eventueel voornaam) in te geven en de zoekresultaten te scannen. Klik je nadien verder op een verzetsnetwerk dan geeft deze pagina ook de verantwoordelijken van dit netwerk weer. De databank Resistance in Belgium werkt via het principe van Linked Open Data, waardoor ook eenvoudig kan worden doorgeklikt op relevante Wikidata-pagina’s, indien beschikbaar. Hoe steil de leercurve is voor meer gedetailleerde en specifieke query’s hangt af van de digitale vaardigheden van de gebruiker. De website biedt een heldere tutorial aan om SPARQL-query’s uit te voeren. Dat zijn zoekopdrachten die gestructureerde gegevens uit de database kan opvragen. Hierdoor kunnen de zoekopdrachten verfijnd, gepersonaliseerd en zelfs gevisualiseerd kunnen worden. De uitleg blijft evenwel vrij technisch en vraagt toch enig studeerwerk. Er ontbreekt nog een gebruiksvriendelijkere manier om de zoekresultaten te filteren op de website zelf. Geavanceerde zoekopdrachten zijn nu vrij complex.

Resultaat van de SPARQL-query 'Aantal leden per verzetsbeweging' https://tinyurl.com/2avav2s4 (13 juni 2025)

De beschikbare voorbeeldquery’s maken echter snel het potentieel duidelijk. Zo kan je nu al als gebruiker op een interactieve kaart de eventuele overlijdensplaats visualiseren van verzetspersonen tijdens de oorlog. Hun sociaal profiel kan gedistilleerd worden uit een lijst van te downloaden beroepen. Via een grafiek die het aantal leden per groep weergeeft, krijg je daarnaast snel zicht op de grootorde van de verschillende verzetsgroepen. Meer geavanceerde query’s combineren meerdere gegevens, zoals een zoekopdracht naar alle vrouwen die tijdens de oorlog werden aangehouden. Bijzonder interessant is de ‘federatieve query’ die in een oogopslag de gegevens in Resistance in Belgium verbindt andere databanken en informatie zoals ODIS, Yad Vashem, de Biographie nationale de Belgique en vele andere. Wie zich verdiept in de database en haar functionaliteiten kan dus tot mooie resultaten komen. De databank is zeer goed gedocumenteerd, waardoor op termijn – eens meer gegevens beschikbaar zijn – complexe en grootschalige analyses mogelijk zijn.

Dit vergroot de onderzoeksmogelijkheden exponentieel, niet enkel voor gespecialiseerde of professionele onderzoekers, maar voor iedereen die met de functionaliteiten van de database wilt experimenteren. Denk maar aan onderzoek voor een analoge of digitale tentoonstelling in specifieke gemeentes die nu dankzij deze databank in een stroomversnelling kunnen geraken en aan kwaliteit zullen winnen. Resistance in Belgium biedt verschillende goede aanknopingspunten, en bruikbare kaarten en visualisaties voor eindproducten. De regels rond hergebruik van de beschikbare gegevens worden ook helder toegelicht op de website.

Noodzakelijk inzicht in de bronnen

Ondanks het grote potentieel blijft Resistance in Belgium uiteraard onvermijdelijk een onvolledige databank. Ten eerste bevat de database enkel de gegevens van personen die overleden zijn, of wie meer dan honderd jaar geleden werd geboren. Volgens de website betekent dit dat slechts ongeveer een vijfde van alle personen die een aanvraag tot erkenning indienden, is opgenomen. Dat heeft grote consequenties voor de zoekresultaten. Personen geboren na 1925, waarvan het niet bekend is of ze nog leven – informatie die helaas niet systematisch terug te vinden is in de bronnen – komt dus niet in de databank terecht. De jongste mensen in het verzet zijn dus systematisch ondervertegenwoordigd.

Ten tweede worden de gegevens stelselmatig aangevuld. Resistance in Belgium blijft dus nog enige tijd een onvoltooid werk – met gebrekkige en slechts voorlopige zoekresultaten als gevolg. De eerste ingevoerde gegevens waren die uit de dossiers van de Inlichtings- en Actiediensten, opgesteld door Staatsveiligheid. Op het moment van schrijven zijn ook al veel gegevens uit de erkenningsdossiers rond de Sluikpers toegevoegd (bewaard bij het Archief voor de Dienst Oorlogsslachtoffers). Hoewel dit proces goed wordt uitgelegd op de website van het CegeSoma, leidde het bij de publieke voorstelling in oktober 2024 toch tot onduidelijkheden. Veel gebruikers zoeken kant-en-klare informatie en zijn niet vertrouwd met de complexiteit van de onderliggende bronnen.

Als derde – en cruciaal – punt geldt dat achtergrondkennis over de dossiers waarop deze gegevens zijn gebaseerd onontbeerlijk blijft voor een correcte interpretatie van de resultaten. In de persoonsfiches op de website wordt bijvoorbeeld een onderscheid gemaakt tussen de aangevraagde en verkregen statuten, maar het is de vraag of dit voor de gemiddelde gebruiker van Resistance in Belgium voldoende zichtbaar is. Er zijn diverse redenen waarom iemand niet erkend werd, en een niet-erkenning wilde geenszins zeggen dat die persoon geen verzetsactiviteiten op zijn/haar palmares had. Toch blijft het onderscheid betekenisvol – en het blijft zinvol om de papieren archieven in te duiken om te begrijpen waarom iemand niet werd erkend.

De database is gebaseerd op bronnen waarvan de problematiek als sinds de jaren 1970 door historici wordt bediscussieerd (1). De naoorlogse erkenningspolitiek en hoe die werd vastgelegd in persoonsdossiers staat soms ver van de oorlogsrealiteit. Het lidmaatschap van een verzetsgroep of de rigide categorisering van verzetsactiviteiten moet steeds met een kritische blik worden geïnterpreteerd. Het risico bestaat dat gebruikers conclusies trekken zonder ook effectief naar de leeszaal van het Rijksarchief te trekken. Kwantitatieve analyses zullen die problematische aspecten reproduceren als ze niet worden aangevuld met een kwalitatieve lezing van de dossiers. Wie met een SPARQL-query het aantal leden per verzetsgroep telt, krijgt slechts een momentopname van een veel complexere en veranderlijke situatie. Het lijkt bedrieglijk eenvoudig om verzetsleden te tellen, maar het fenomeen ‘verzet’ laat zich moeilijk in cijfers vatten – en het is de vraag wat zulke tellingen precies leren. Ook dat staat al lang ter discussie in de (internationale) verzetshistoriografie. “Comment compter, qui compter et  à quel moment les compter?”, vatte Frans historicus Pierre Laborie het treffend samen (2).

Een digitaal hulpmiddel

Er zal dus ook nog steeds in de diepte moeten worden gewerkt, en net daarbij kan Resistance in Belgium een waardevolle wegwijzer vormen. Bij een grootschalige analyse van gegevens zullen wellicht verrassende trends opduiken die nieuwe, interessante vragen oproepen. De database laat dus toe om te bepalen welke diepte de onderzoeker wil induiken. Via bronvermeldingen is het eenvoudig na te gaan uit welk archief de gegevens afkomstig zijn, waarna gebruiker kan doorklikken naar beschikbare inventarissen en raadpleegmodaliteiten.

Ook voor kleinschaligere opzoekingen vormt Resistance in Belgium een nuttig digitaal hulpmiddel. Voor de raadpleging van dossiers kan de aanvrager de nodige referenties en biografische gegevens zelf opzoeken om vervolgens door te geven aan de bevoegde archivaris. Zo functioneert de databank nu al als een soort digitale inventaris. Op die manier zou Resistance in Belgium kunnen uitgroeien tot een digitale versie van de bronnengids Was opa een held? Daarvoor zouden extra webpagina’s met korte achtergrondinfo over de naoorlogse erkenningsstatuten en de bijhorende bronnen nuttig zijn. Momenteel wordt daarvoor doorverwezen naar het boek of de relevante artikels op BelgiumWWII. Begrijpelijk, maar het haalt de gebruiker wel weg van de website zelf.

Besluit

Wie begint met grasduinen in de databank Resistance in Belgium is al snel enkele uren zoet. Zeker eens de basisvaardigheden voor de wat complexere SPARQL-queries in de vingers zitten, lijken de mogelijkheden eindeloos. Resistance in Belgium is dan ook een bewonderenswaardig project met heel veel potentieel. Het CegeSoma is erin geslaagd een platform te ontwikkelen dat zowel onderzoekers met grote onderzoeksvragen als een breed publiek op zoek naar een informatie over één specifiek persoon bedient. De databank kan het onderzoek naar – en de belangstelling voor – het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog een belangrijke boost geven. Het blijft evenwel een project van lange adem dat de nodige financiering moet behouden om de verdere uitbouw te verzekeren. De invoer van gegevens is nog niet afgerond, de vrijwilligers zijn nog hard aan het werk, en de website vraagt nog verdere verfijning en gebruikersondersteuning om haar potentieel volledig te benutten. Met blijvende aandacht voor bronnenkritiek, duidelijke contextualisering en duurzame ondersteuning kan de databank Resistance in Belgium uitgroeien tot een onmisbaar digitaal instrument.

Bibliografie

 

Corthals, Michèle & Weyns, Babette, ‘La Résistance n’a Pas Encore Son Historien.” Verzet Tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Belgische Historiografie (1944-2020)’, Belgisch Tijdschrift Voor Nieuwste Geschiedenis LII, 1–2 (2022): 12–54.

Laborie, Pierre, Le chagrin et le venin. Occupation. Résistance. Idées reçues (Gallimard, 2014).

-Babette Weyns (Universiteit Gent)

Rejoignez-nous

Envie de participer à la création de la revue Contemporanea?
Consultez les liens ci-dessous