×

Message d'erreur

  • Warning : Illegal string offset 'header' dans bvng_publicatie_header_view() (ligne 797 dans /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).
  • Notice : Array to string conversion dans bvng_publicatie_header_view() (ligne 797 dans /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).
  • Warning : Illegal string offset 'header' dans bvng_publicatie_header_view() (ligne 807 dans /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).
  • Notice : Array to string conversion dans bvng_publicatie_header_view() (ligne 807 dans /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).

Hervormers en de sociale kwestie in België tijdens de negentiende eeuw

Thomas D’haeninck, Lisa van Diem en Amandine Thiry

Historici hebben het geheel aan initiatieven en ideeën die een tegengewicht moesten bieden aan de groeipijnen van de modernisering beschouwd als sociale hervorming. Zeker als we de veelheid aan specialismen en specifieke thema’s onder dit containerbegrip scharen, blijkt dat het onderwerp sinds jaar en dag door historici wordt onderzocht. Een verklaring voor deze grote interesse ligt erin dat vele hervormingsinitiatieven raakten aan fundamentele maatschappelijke ontwikkelingen en resulteerden in de vorming van sociale disciplines. In dit review artikel geven wij een beknopt overzicht van de historiografie van sociale hervorming in België, met de nadruk op hervormers. De besproken onderzoekstrends zijn een beperkte selectie en doen geenszins recht aan alle publicaties en projecten. Dit geldt zeker wanneer we een zijsprong nemen naar de invloeden van buitenlandse onderzoekers, waarmee we enkel beogen de eigenheid van het Belgische onderzoek te benadrukken en toonaangevende studies en theorieën te duiden.

In Nederland was er al vroeger dan in België aandacht voor hervorming als een breed en gevarieerd veld met een veelvoud van initiatieven. De grote verdienste van marxistisch historicus Jan Romein was dat hij allerhande vormen van maatschappelijk engagement zag als de veruitwendiging van zowel het vooruitgangsoptimisme als het cultureel pessimisme, twee uiterste negentiende-eeuwse tijdssentimenten.1 In zijn werk Op het breukvlak van twee eeuwen (1967, postuum verschenen) beschouwde hij geëngageerde burgers als idealisten wiens morele overtuiging voortkwam uit schuldgevoel en angst voor een veranderende samenleving. Binnen de Belgische academische wereld verscheen een eerste mijlpaal in 1985. In Op vrije voeten, een overzichtsstudie van Catharina Lis, Hugo Soly en Dirk Van Damme, werd de sociale kwestie nog duidelijker geproblematiseerd. Ze toonden aan dat de functionaliteit van sociale interventies voortkwam uit de wisselwerking tussen verschillende betrokken groepen. Ze zagen de sociale kwestie als een ideologisch geladen constructie, waarbij het benoemen van de maatschappelijke problemen de eerste sociaal-politieke interventie was. Daarbij was er ook aandacht voor de interveniërende groepen en hun motivaties, maar ook voor een geheel van kleine mechanismen (juridisch, administratief en ideologisch) die er op gericht waren de massa te disciplineren.2

Werken zoals die van Romein en van Lis, Soly en Van Damme toonden dus de reikwijdte van het hervormingsveld. Van de hervormers zelf werd echter slechts een abstract beeld gegeven. Andere onderzoekers legden zich later toe op de individuen die schuilgingen achter het abstractum van ‘de hervormer’ en de duizend-en-één-praktijken die voortvloeien uit de wil om de samenleving te verbeteren. Deze ontwikkeling is ook merkbaar in het Belgisch onderzoeksveld. Enerzijds hebben historici zich toegespitst op specifieke maatschappelijke probleemgebieden zoals stadsplanning, hygiëne en onderwijs. De focus lag aanvankelijk op de grote cesuren en structurele ontwikkelingen veeleer dan op de rol van individuele actoren. De revolutie van 1848 en de cholera epidemieën van 1852 en 1866 werden bijvoorbeeld als katalysators van hervorming gezien. De ontwikkeling van speciale wetgeving, zoals de huisvestigingswet van 1889, werd eveneens onderzocht.3 Vanaf de jaren ‘80 nam de aandacht voor individuele hervormers toe. Karel Velle beschreef uitvoerig hoe artsen zich opwierpen als de ingenieurs van de morele en fysieke gezonde samenleving; Denise de Weerdt stimuleerde het onderzoek naar het feminisme in België; en Paul Aron onderzocht de relatie tussen de opkomst van de Belgische Werkliedenpartij en sociale kunst.4

De Cité Industrielle in Lyon van stadsarchitect Garnier is een vroeg voorbeeld van ‘hygiënistische’ stadsplanning (T. Garnier. Cité Industrielle, Lyon, 1899-1917).

Anderzijds is er veel aandacht uitgegaan naar één groep hervormers die we kunnen vatten met de term progressieven of sociaalliberalen.5 Historici hebben voor de Belgische casus benadrukt dat de containerterm sociaalliberalen een ideologisch diffuse groep aanduidde. Zij waarschuwden daarom voor een al te homogene voorstelling van de sterk individualistische liberale partij.6 Er was lange tijd consensus dat 1880 voor de liberalen een belangrijk omslagpunt was in de Belgische politiek. Naar aanleiding van de oproer rond de schoolstrijd en stedelijke conflicten met de arbeidersklasse, werd de sociale kwestie centraal op de overheidsagenda geplaatst.7 De cesuur van de jaren ’80 werd het laatste decennia echter sterk genuanceerd en de karakterisering van de voorafgaande periode als een ‘sociale winterslaap’ werd ontkracht. Ook de prelude op de stortvloed aan sociale wetgeving kende een eigen complexiteit aan ideeën en dynamische lokale initiatieven.

Beluik in Gent, een voorbeeld van slecht georganiseerde en onhygiënische huisvesting van arbeiders eind negentiende eeuw. Aanleiding voor de volkswoningbouwwet (1889).

Vooral vanaf 2000 ontstond langzaam een breder perspectief binnen het Belgische onderzoek naar sociale hervorming. Er was een groeiend bewustzijn dat sociale hervormers en bewegingen zelden tot nooit in een nationaal isolement opereerde, maar in contact stonden met geestverwanten in het buitenland. Ook ging er aandacht uit naar het feit dat hervormers zich vaak niet bezighielden met maar één aspect van sociale hervorming, maar allerlei paden van sociale vraagstukken bewandelde.8 Marie-Sylvie Dupont-Bouchat zette als één van de eerste een stap in deze richting met haar onderzoek naar de grensoverschrijdende dynamieken van de gevangenis- en kinderbeschermingsbewegingen.9

De aandacht voor grensoverschrijdende ideeën en contacten zette zich verder door onder invloed van de zogenaamde transnational turn. Dit nieuwe perspectief vroeg om een versterkt begrippenapparaat. Historici zochten aansluiting bij de sociale wetenschappen om de vervlochten en grensoverschrijdende relaties van hervormers te bevatten. Een aantal theoretische concepten uit de sociale wetenschappen gaven vorm aan de geschiedschrijving over sociale hervorming vanuit een relationeel transnationaal perspectief. Patrick Manning en Aigun Hu gebruikten de notie van interactive diffusion in hun onderzoek naar de positie van het Duits-kapitalistische en het Sovjet-socialistische gedachtegoed binnen de global social insurance movement om de complexe beïnvloeding en verspreiding van nationale ideeën naar een internationale beweging te beschrijven.10 Om de veelzijdige identiteit van grensoverschrijdende actoren te benadrukken wordt de term rooted cosmopolitans van Sidney Tarrow en Donatella della Porta de laatste jaren vaak gebruikt. Voor Tarrow en Della Porta was kosmopolitisme meer dan een cognitief begrip. Zij wezen op de internationale engagementen van kosmopolieten en hun specifieke geworteldheid in lokale en nationale contexten.11 Ten slotte worden twee belangrijke noties gebruikt om groepen van hervormers en experts aan te duiden, en hun verhouding tot de overheid en beleidsvorming. Peter Haas introduceerde het invloedrijke begrip epistemic community voor een netwerk van professionals met erkende expertise en competenties op een bepaald domein en een gedeeld normatief kader. Die professionals worden als een autoriteit gezien in beleidsrelevante kennis binnen dat domein, waardoor ze invloed kunnen uitoefenen op besluitvorming. De kennis die ze daarbij opbouwen is dus niet rechtstreeks gericht op het beïnvloeden van beleidsbeslissingen. Hiertegenover staat Margaret Keck en Katryn Sikkinks’ begrip transnational advocacy networks, netwerken die voortvloeien uit contacten tussen belangengroepen die onderling kennis verzamelen om het beleid te beïnvloeden.12

Academici focussen vandaag meer dan ooit op de verspreiding van innovatieve maatschappelijke ideeën en sociale modellen.13 Door de mobiele burgers centraal te plaatsen zijn historici beter in staat de vervlechting van lokale, nationale en internationale middens te ontwarren.14 Het besef dat sociale hervorming ook een grensoverschrijdend proces van kennisuitwisseling inhoudt, weerspiegelt zich bijvoorbeeld in de recente doctoraten van Julie Carlier (2010) over de verweven geschiedenis van de vooroorlogse feministische beweging in een breder transnationaal netwerk en in Carmen van Praet’s (2015) onderzoek naar sociaalliberalen en hun transnationale zoektocht naar antwoorden voor sociale kwesties.15 Het onderzoek van Jasmien Van Daele en Christian Müller bracht ons een overzicht van de internationalisering van de sociale kennis door in te zoomen op de interactie tussen diverse internationale hervormingsverenigingen (de zogenaamde ‘peaks of internationalism’).16 Tot slot worden ook de intellectuele ontmoetingsplaatsen van sociale denkers in navolging van Guy Vanthemsche’s notie van Laboratoires d’idées et progrès social nadrukkelijk naar voor geschoven als een verder te verkennen onderzoeksgebied.17

Dit historiografisch overzicht toont dus dat de transnational turn zijn weg heeft gevonden in het Belgisch onderzoek naar sociale hervorming; eerst door de thematieken en methodiek van historici te verrijken en vervolgens door een herkenbaar label te bieden voor die vernieuwde aanpak. Het mag dan ook niet verbazen dat verschillende studiedagen de laatste jaren getuigen van deze trend. De Dag van de Nieuwste Geschiedenis (De Belgische historici in de internationale wandelgangen, Brussel, ULB, 29 april 2016), het doctorandi colloquium Tracing mobilities and socio-political activism 19th-20th centuries (Mons, Mundaneum, 29 juni-1 juli 2016), en binnenkort ook de bijeenkomst in het Liberaal Archief New perspectives on popular educational and reformist social initiatives and movements in Belgium and the Netherlands during the long 19th century (Gent, Liberaal Archief, 10 februari 2017) illustreren deze groeiende dynamiek.

- Thomas D’haeninck, Lisa van Diem en Amandine Thiry

Webreferenties

  1. De Belgische historici in de internationale wandelgangen: http://www.contemporanea.be/nl/article/2016-2-verslag-dag-nl
  2. Tracing mobilities and socio-political activism 19th-20th centuries: http://www.tic.ugent.be/content/tracing-mobilities
  3. New perspectives on popular educational and reformist social initiatives and movements in Belgium and the Netherlands during the long 19th century: http://www.liberaalarchief.be/callforpapers-conferentie-volksontwikkeling-in-Liberaal-Archief-10-2-2017.pdf

Références

  1. Romein, Jan, Op Het Breukvlak Van Twee Eeuwen (Leiden: Brill, 1967).
  2. Vandamme, Dirk, ‘Industrialisering en sociale politiek (begin 19de eeuw - begin 20ste eeuw)’, in: Lis, Catharina, Soly, Hugo en Van Damme, Dirk (red.), _Op vrije voeten. Een sociale geschiedenis van West-Europa 1450-1914 (Leuven: Kritak, 1985), pp. 129-204.
  3. De Saint Moulin, Léon, La construction et la propriété des maisons, expressions des structures sociales. Seraing depuis le début du 19e siècle (Brussel: Gemeentekrediet van België, 1969); Hannes, Juul en Lis, Catharina, ‘De sociale hiërarchie in de woningbouw. Antwerpen omstreeks 1834’, in: BTNG/RBHC, 1:1 (1969): 86-131; Smets, Marcel, De ontwikkeling van de tuinwijkgedachte in België. Een overzicht van de Belgische volkswoningbouw in de periode van 1830 tot 1930 (Brussel: Mardaga, 1977). Werken geciteerd in Van Praet, Carmen, _Liberale hommes-orchestres en de sociale kwestie in de negentiende eeuw. Tussen lokaal en internationaal, onuitgegeven doctoraatsverhandeling (Universiteit Gent, 2015), pp. 69.
  4. Velle, Karel, De nieuwe biechtvaders: de sociale geschiedenis van de arts in België (Leuven-Amsterdam: Kritak-Meulenhof, 1991); De Weerdt, Denise, En de vrouwen? Vrouw, vrouwenbeweging en feminisme in België 1830-1960 (Gent: Masereelfonds, 1980); Aron, Paul, Les écrivains belges et le socialisme (1880 – 1913). L’expérience de l’art social, d’Edmond Picard à Emile Verhaeren (Bruxelles: Labor, 1985).
  5. Deferme, Jo, Uit de ketens van de vrijheid. Wetenschappelijke en politieke debatten over sociale wetgeving in België, 1886-1914 (Leuven: Universitaire Pers Leuven, 2007); Van Praet, Carmen, op. cit.
  6. Deferme, Jo, op. cit.
  7. Deneckere, Gita, Witte, Els, Gubin, Eliane en Nandrin, Jean-Pierre, Nieuwe geschiedenis van België. I. 1830-1905 (Tielt: Lannoo, 2005), pp. 486-495.
  8. Van Praet, Carmen, op.cit.
  9. Zie onder andere: ‘L’invention de la prison moderne: les modèles nordiques. XVIe-XIXe siècles’ in: Garnot, Benoît (red.), Histoire et criminalité de l’Antiquité au XXe siècle, nouvelles approches, Colloquium, Centre d’Études historiques sur la Criminalité et les Déviances, Dijon, 3-5 october 1991 (Dijon: Presses universitaires de Dijon, 1992), pp. 495-507; ‘La Belgique, capitale internationale du patronage au XIXe siècle’, in: Justice et aide sociale. 100 ans d’évolution, Commission royale des Patronages (1894-1994) (Bruxelles: Bruylant, 1994), pp. 283-336; en vooral vanaf de jaren 2000: ‘Du tourisme pénitentiaire à l’Internationale des philanthropes. La création d’un réseau pour la protection de l’enfance à travers les congrès internationaux (1840-1914)’, in: _Paedagogica Historica, 38 (2002): 533-563.
  10. Hu, Aiqun en Manning, Patrick, ‘The Global Social Insurance Movement since the 1880s’, in: Journal of Global History, 5:1 (2010): 125-148.
  11. Della Porta, Donatella en Tarrow, Sidney, Transnational Protest and Global Activism (Lanham: Rowman & Littlefield, 2005).
  12. Haas, Peter M., ‘Introduction: Epistemic Communities and International Policy Coordination’, in: International Organization, 46:1 (1992): 1-35; Keck, Margaret E. en Sikkink, Kathryn, ‘Transnational Advocacy Networks in International and Regional Politics’, in: International Social Science Journal, 51:159 (1999): 88–101.
  13. Saunier, Pierre-Yves, ‘Circulations, connexions et espaces nationaux’, in: Genèses, 57 (2004): 101-117; Laqua, Daniel, Verbruggen, Christophe, Deneckere, Gita, Saunier, Pierre-Yves, Baycroft, Timothy en Conway, Martin, ‘Beyond Belgium: encounters, exchanges and entanglements, 1900-1925’, in: Journal of Belgian history. Revue belge d’histoire contemporaine. Belgisch tijdschrift voor nieuwste geschiedenis, 43-4 (2014): 148-163.
  14. Vanhulle, Bert, ‘Dreaming about the prison: Edouard Ducpétiaux and prison reform in Belgium (1830-1848)’, in: Crime, histoire et sociétés, 14:2 (2010): 107-130.
  15. Carlier, Julie, Moving beyond boundaries: An entangled history of feminism in Belgium, 1890-1914, onuitgegeven doctoraatsverhandeling (Universiteit Gent, 2010); Van Praet, Carmen, op. cit.
  16. Van Daele, Jasmien en Müller, Christian, ‘Peaks of internationalism in social engineering. A transnational history of international social reform associations and Belgian agency, 1860–1925’, in: Laqua, Daniel, Verbruggen, Christophe en Deneckere, Gita (red.), Revue belge de philologie et d’histoire, 90:4 (2012): 1297-1319.
  17. Vanthemsche, Guy, ‘Laboratoires d’idées et progrès social. Le cas de l’association belge pour le progrès social et de ses prédécesseurs (1890-1960)’, in: Kurgan-van Henteryk, Ginette (red.), Laboratoires et reseaux de diffusion des idées en Belgique. XIXe-XXe siècles (Brussel: ULB. Faculté de philosophie et lettres, 1994), pp. 57-58; Verbruggen, Christophe en Carlier, Julie, ‘Laboratories of Social Thought: The transnational advocacy network of the Institut international pour la Diffusion des expériences sociales and its documents du Progrès’, in: Rayward, Warren Boyd (red.), Information beyond borders: International cultural and intellectual exchange in the Belle Époque (Farnham: Ashgate, 2014), pp. 123-142.