×

Message d'erreur

  • Warning : Illegal string offset 'header' dans bvng_publicatie_header_view() (ligne 797 dans /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).
  • Notice : Array to string conversion dans bvng_publicatie_header_view() (ligne 797 dans /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).
  • Warning : Illegal string offset 'header' dans bvng_publicatie_header_view() (ligne 807 dans /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).
  • Notice : Array to string conversion dans bvng_publicatie_header_view() (ligne 807 dans /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).

Interview met Laura Nys over haar betrekking als assistent professor aan het departement Nederlands aan de Hankuk University of Foreign Studies (HUFS) in Seoel

Lith Lefranc, UAntwerpen

Laura Nys is historica. Ze promoveerde in januari 2020 met een proefschrift over de rol van emoties in Belgische heropvoedingsinstellingen tussen 1890 en 1960. Ze werkte als doctoraatsstudente met een FWO-mandaat aan de UGent (vakgroep geschiedenis) en de VUB (vakgroep criminologie). Sinds 2020 is ze verbonden aan de Hankuk University of Foreign Studies (HUFS) in Seoel.

Je werkt momenteel als assistent professor aan de Hankuk University of Foreign Studies (HUFS) in Seoel. Wat doe je daar juist en hoe ben je daar terecht gekomen?

Het idee om in het buitenland te werken heeft me altijd al aangesproken. Het leek me verfrissend om nieuwe perspectieven en ervaringen op te kunnen doen buiten de vertrouwde Belgische context. In de zomer van 2019, aan het einde van mijn doctoraat, viel mijn oog toevallig op deze vacature dankzij de nieuwsbrief van de Vakgroep Geschiedenis van de UGent. Ik was heel erg aan het twijfelen om te solliciteren. Aangezien ik geen taal- of letterkundige ben en op dat moment mijn doctoraat nog niet verdedigd had, schatte ik mijn kansen niet hoog in. Een van mijn collega’s wees me op de perfecte timing en zei me ‘the universe is calling you’. Na dat duwtje in de rug heb ik mijn kans gewaagd en heb ik, tegen mijn verwachtingen in, de job gekregen.

Ik ben hier intussen anderhalf jaar aan het werk en ben hoofdzakelijk met onderwijstaken bezig. Ik doceer niet alleen taalkundige vakken, zoals grammatica en spreekvaardigheid, maar ook historische en maatschappijkritische vakken over België en Nederland. Officieel mag ik me halftijds met onderzoek bezig houden, maar mijn eerste jaar als docent is zo pittig geweest dat ik daar nog niet veel tijd voor heb kunnen vrijmaken. Er is veel werk gekropen in de ontwikkeling van nieuw lesmateriaal en het heeft me ook tijd gekost om me aan te passen aan een andere universitaire structuur. Daarnaast moest ik, net zoals iedereen, door de uitbraak van covid-19 volledig omschakelen naar afstandsonderwijs. Na drie semesters heb ik mijn studenten nog nooit ontmoet. Ook het komende semester start opnieuw online. Dat is jammer natuurlijk. Ik hoop dat ik mijn studenten ooit ‘echt’ zal ontmoeten.

Op welke vlakken verschilt de academische cultuur daar van de Belgische?

Het is voor mij moeilijk om in te schatten hoe het universitair onderwijs hier onder normale omstandigheden verloopt, omdat ik ben begonnen in februari 2020 toen de coronamaatregelen het dagelijkse leven hier al sterk veranderd hadden. Ik merk wel een enorm hoge prestatiedruk voor de studenten. Al tijdens de middelbare school volgen de meeste leerlingen ’s avonds bijles om zich voor te bereiden op de strenge universitaire toelatingsproeven. Bovendien is er veel onderlinge competitie tussen de studenten omdat het evaluatiesysteem in het hoger onderwijs relatief is. Ik mag bijvoorbeeld maximum 30% van de studenten een A geven.

Omdat ik weinig contact heb met de onderzoekers hier, weet ik niet of zij ook meer prestatiedruk ervaren. Mijn contract werd intussen verlengd tot februari 2023, dus over beursaanvragen hoef ik me voorlopig geen zorgen te maken. Ik sta wel onder een zekere publicatiedruk omdat ik elk jaar bepaalde credits moet behalen, maar dat geldt natuurlijk evengoed voor academici aan Belgische universiteiten.
Aangezien HUFS gespecialiseerd is in vreemde talen en culturen, heeft het departement een internationaal, maar ook interdisciplinair personeelbestand. Naast historici, werken hier vooral taalkundigen en literatuurwetenschappers. Ik denk dat de disciplinaire verschillen voor mij opvallender zijn dan die op vlak van academische cultuur. Vanuit mijn achtergrond als historica heb ik de neiging om de studenten te overstelpen met historische informatie, wat nogal overweldigend kan zijn. Ik moet mezelf er regelmatig aan herinneren dat ze geen geschiedenis, maar een taal studeren. Ook de vorm van examineren verschilt: ik stel altijd open vragen, maar de studenten zijn meer gewend aan meerkeuzevragen. Aangezien een academiejaar hier bestaat uit twee semesters van zestien lesweken zonder blokperiode, hebben ze bovendien minder tijd om meer leerstof te verwerken dan Belgische studenten.

Welke impact heeft je buitenlands verblijf tot nu toe gehad op je eigen onderwijs en onderzoek?

De Koreaanse docenten van mijn departement zitten in een ander gebouw. Ik deel een kantoor met de buitenlandse professoren van andere departementen, die een heel andere expertise hebben. Het is leuk om met hen over onderwerpen te kunnen spreken die losstaan van mijn eigen vakgebied, maar ik mis het om in de wandelgangen met collega’s van gedachten te wisselen. Ik hoop dat hier verandering in komt wanneer de coronamaatregelen versoepelen. Van mijn studenten heb ik wel al veel geleerd. Niet alleen omdat ze een verschillende disciplinaire, maar ook een niet-Westerse achtergrond hebben. Het feit dat zij een andere culturele bagage delen, dwingt mij om na te denken over mijn eigen positie als Europees historica. Hun vragen zijn belangrijk omdat sommige zaken die voor mij vanzelfsprekend zijn, dat voor hen helemaal niet zijn. Zo waren ze bijvoorbeeld erg verwonderd over de openheid van de landsgrenzen binnen Europa. Gewoon de trein of de auto kunnen nemen om een grens over te steken, is in hun ogen een luxe. Wij zijn ons er soms te weinig van bewust hoe gemakkelijk we het vandaag hebben als Europeanen, onder andere op vlak van internationale relaties. Zuid-Koreanen voelen zich gekneld op het politieke toneel. Niet alleen door hun moeizame relatie met Noord-Korea en met Japan, maar ook door hun afhankelijkheid van zowel China als de Verenigde Staten, die momenteel op slechte voet staan met elkaar.

Hoe is het leven daar na de werkuren?

Ik heb een studio op de campus in een gebouw met veel buitenlandse professoren. De meesten wonen hier met hun gezin en zitten in een heel andere levensfase dan ik. Ik heb vooral vrienden gemaakt buiten de universiteit, via apps zoals meetup en couchsurfing. Tot december 2020 mochten we hier nog afspreken in groep, waardoor ik veel mensen heb leren kennen op wandeltochten in de bergen. Daar ben ik heel dankbaar voor. Ik volg Koreaanse les, maar spreek en begrijp zelf slechts enkele woorden Koreaans, wat dagelijkse interacties sterk bemoeilijkt. In januari moest ik bijvoorbeeld naar de dokter na een val op mijn schouder. Ik heb toen een Zuid-Koreaanse vriend moeten meevragen als tolk. Hetzelfde geldt voor non-verbale communicatie zoals gedragscodes. Hier zijn heel andere beleefdheidsregels gangbaar, aan tafel, bij het groeten, tegenover ouderen… Je botst op zoveel onverwachte barrières als nieuwkomer. Door covid is er af en toe ook wat xenofobie. Mijn respect voor migranten was al heel groot en is door mijn verblijf in Seoel alleen maar toegenomen. Maar ook die ervaring vind ik leerrijk. Het is interessant om eens niet tot de dominante etnische groep te behoren, hoewel ik me er erg van bewust ben dat ik als wit, hoogopgeleid persoon in Zuid-Korea nog altijd veel privileges heb tegenover mensen met een donkerdere huidskleur, met een ander opleidingsniveau, zonder werk enzovoort.

Wat zijn je plannen hierna?

Tijdens mijn doctoraat kreeg ik die vraag al vaak. Ik heb de indruk dat mensen in andere beroepssectoren zich minder moeten verantwoorden voor de tijdelijkheid van hun betrekking. Om eerlijk te zijn, weet ik nog niet wat ik hierna wil doen. Het is zeker niet slecht om na te denken over welke richting je uit wil, maar ik wil vooral genieten en focussen op wat ik nu heb. Ik hou van de onvoorspelbaarheid van het leven. Als je mij in juni 2019 had gevraagd waar ik nu zou zitten, had ik nooit gedacht dat ik in Seoel zou wonen. Ik laat mijn toekomst graag open.

Het carrièrepad van mijn buitenlandse collega’s is heel verschillend. Sommigen vertrekken meteen na de afloop van hun contract, anderen blijven hier tot aan hun pensioen. Er wordt vaak gelachen dat veel academici hier aankomen met het idee dat ze één jaar aan HUFS zullen werken, maar dat de meesten hier uiteindelijk wel gemiddeld zes jaar verblijven. Ik dacht ook dat ik hier in februari 2021 weg zou zijn, maar ik ben nu wel heel blij dat mijn contract verlengd werd. Het lijkt me fijn om het leven hier en het lesgeven na covid te kunnen meemaken.

Heb je advies voor andere jonge academici die naar het buitenland willen trekken?

Als je twijfelt, gewoon doen! Het is uitdagend, zeker in een land met een taal die moeilijk is om te leren, maar de ervaring is enorm verrijkend en nergens mee te vergelijken. Ik heb nog geen moment spijt gehad van mijn beslissing. In de maanden voor mijn vertrek was ik heel bang, voor de bureaucratische beslommeringen, voor de onduidelijkheid over het coronavirus, voor mijn job zelf, voor de eenzaamheid en het gemis van familie en vrienden… Uiteindelijk is alles zoveel beter uitgedraaid dan verwacht. Moest het tegenvallen, kan je altijd terug naar huis. Dat is geen schande. In België veranderen mensen ook voortdurend van job. Je hebt het dan tenminste geprobeerd!

- Lith Lefranc