×

Message d'erreur

  • Warning : Illegal string offset 'header' dans bvng_publicatie_header_view() (ligne 797 dans /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).
  • Notice : Array to string conversion dans bvng_publicatie_header_view() (ligne 797 dans /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).
  • Warning : Illegal string offset 'header' dans bvng_publicatie_header_view() (ligne 807 dans /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).
  • Notice : Array to string conversion dans bvng_publicatie_header_view() (ligne 807 dans /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).

Jozef ŁAPTOS (en collaboration avec Idesbald Goddeeris, Thierry Grosbois, Inga Kawka, Wojciech Prażuch en Przemysław Szczur), La politique polonaise à la lumière des rapports diplomatiques belges (1939-1945), Bruxelles, Commission Royale d’Histoire, 2021, 492 p.

Michael Auwers – CegeSoma/Rijksarchief

De geschiedenis van Polen tijdens de Tweede Wereldoorlog vormt een aaneenschakeling van welbekende en vooral tragische gebeurtenissen. Daarbij springen onder meer de opeenvolgende invasies van de nazi’s en de sovjets in het oog, evenals het Bloedbad van Katyn door die laatsten en de massa-executies door de eersten tijdens de Opstand van Warschau. Ook het verhaal van de toenemende machteloosheid van de Poolse regering die snel na de dubbele invasie werd heropgericht, via Frankrijk in Engeland terechtkwam, maar vanwege de communistische bezetting van Polen na de Tweede Wereldoorlog niet naar dat land zou kunnen terugkeren, is uitvoerig gedocumenteerd. We weten echter veel minder over de beleidsvorming en houding van de Belgische diplomatieke elite tegenover de zogenaamde Poolse kwestie. Daarin heeft Jozef Łaptos, met de hulp van een aantal Belgische en Poolse collega’s, nu verandering gebracht met een bijzonder verzorgde uitgave van 275 voornamelijk Belgische diplomatieke rapporten uit de periode september 1939 – juli 1945.

Łaptos is diplomatiek historicus en al decennialang de Poolse autoriteit op het vlak van de Belgische geschiedenis. Die reputatie zet hij in de inleiding van dit boek zeker kracht bij met zijn precieze analyse van de Belgische politieke cultuur en van de spanningen in de politieke besluitvorming in de periode van de Tweede Wereldoorlog.

Deze bronnenuitgave kwam tot stand na jaren van onderzoek in voornamelijk het Diplomatiek Archief van de FOD Buitenlandse Zaken, maar ook in het Polish Institute and Sikorski Museum in Londen, dat de documenten van de Poolse regering in de Britse hoofdstad bewaard, en in de privé-archieven van de toenmalige Belgische minister van Buitenlandse Zaken, de Papiers Paul-Henri Spaak. Meer dan driekwart van de documenten zijn van de hand van Henry Borel de Bitche, die voor de oorlog evenwel niet ‘l’ancien secrétaire’ (p. 16) maar de conseiller (p. 50) van het Belgische gezantschap in Warschau was geweest. Deze veteraan uit de Eerste Wereldoorlog verkreeg na meer dan twintig jaar in het diplomatieke corps begin 1941 een benoeming als zaakgelastigde bij de Poolse autoriteiten in Londen en trad enkele maanden later als gevolmachtigd minister toe tot de toplaag van de diplomatieke carrière. Het geheel van de documenten is chronologisch geordend, wat de lezers toelaat de impact in te schatten van de evaluaties van de diplomaat op de Belgische beleidsmakers in Londen. Łaptos helpt hen daar ook bij met weloverwogen verklarende voetnoten.

De inleiding van deze publicatie bevat niet echt een historiografische kadering, maar zet daarentegen volop in op het grote historische belang van de geselecteerde documenten. Łaptos wijst op de uitgebreide aandacht van historici voor het beleid van de grootmachten en merkt terecht op dat een beter begrip van de Belgisch-Poolse relaties cruciaal is om de diplomatieke praktijk tijdens de Tweede Wereldoorlog goed te begrijpen. België en Polen waren niet alleen allebei buurlanden van nazi-Duitsland, ze onderhielden ook belangrijke economische relaties (België was kennelijk de derde grootste investeerder in Polen, cfr. p. 38). Łaptos haalt verder de aloude religieuze affiniteiten aan en de parallellen tussen de lotgevallen van de Belgen tijdens de Eerste Wereldoorlog en die van de Polen tijdens de Tweede. Beide ‘petites puissances’ zouden tevens grote belangen hebben gedeeld in het multilateralisme. Łaptos benoemt hen zelfs als ‘fervents partisans de la Société des Nations’ (p. 11), maar zou dat in het Belgische geval – afgaande op het onderzoek van Maarten Van Alstein in Diplomacy & Statecraft (2007/1) – misschien toch een hineininterpretierung kunnen zijn, ingegeven door het vaak gehoorde naoorlogse succesverhaal van de Belgische multilaterale diplomatie?

Alleszins bieden de documenten treffende illustraties bij de veranderende richting van het Belgische buitenlandse beleid, in de zin dat de doorgedreven neutraliteitspolitiek pas eind 1939 zijn eerste barsten begon te vertonen met de laattijdige erkenning van de Poolse regering in ballingschap en dit contrasteert met de veel vlottere aanstelling van Borel nadat de Belgische regering zich goed en wel in Londen had geïnstalleerd. Het historiografische belang van deze bronnenpublicatie ligt zeker ook in de diplomatieke dynamieken van regeringen in ballingschap. Polen en Belgen vonden elkaar in initiatieven met het oog op naoorlogse regionale integratie en meer concreet in overlegorganen zoals het ‘comité des ministres des Affaires étrangères des pays européens occupés’ (p. 19). Wat de protagonist van deze publicatie betreft, kunnen we opmerken dat traditionele effecten op de diplomatieke praktijk zoals ‘going native’ of ‘localitis’, het bepleiten van de belangen van het gastland bij het thuisland, minder spelen maar dat we in Borel toch een diplomaat vinden die de internationale politiek sterk door de ogen van de Poolse regering bekijkt. Veel heeft uiteraard te maken met het gedeelde wereldbeeld van de conservatieve Europese elite waaruit zowel de Belgische diplomaten als de Poolse ballingen voortkwamen. Hier ligt bovendien nog een historiografische meerwaarde van deze publicatie: terwijl Van Alstein in zijn doctoraat het toenemende anti-sovjetisme belicht van een beperkt aantal Belgische topdiplomaten (waaronder de ook hier aangehaalde, spraakmakende Robert de Kerchove d’Hallebast) in het kader van de toenemende vijandelijke bipolarisering tijdens de overgang van de Tweede Wereldoorlog naar de Koude Oorlog, schotelt Łaptos de lezers degelijk gecontextualiseerde documenten voor van een diplomaat die nooit tot dat selecte kringetje van beleidsbepalers zou behoren maar wiens visie evenzeer door het idee van een Europees ‘Avondland’ is geconditioneerd. Het verruimt op die manier dus Van Alsteins inzichten. De documenten bevatten, zoals Łaptos ook op het einde van zijn inleiding aangeeft, heel weinig informatie over de wreedheden die de Poolse bevolking tijdens de oorlog moest ondergaan. Niettemin bevat de collectie enkele rapporten van de Belgische vice-consul Albert Hupperts (pp. 42-46 en 49-52), die deze gruwel treffend beschrijft. Dergelijke rapporten illustreren hoe de door historici vaak genegeerde consuls toch zoveel dichter dan diplomaten bij de bevolking van hun gastland stonden en dat hun geschriften een opmerkelijke inzage kunnen bieden in het leven onder militaire bezetting.

Kortom, dit is een waardevolle studie van bronnenmateriaal die het lot van Polen, zijn regering en zijn bevolking vanuit een minder gekend perspectief belicht, maar die toch vooral iets zegt over hoe Belgische diplomaten de gevaren van totalitaire regimes inschatten en al tijdens de Tweede Wereldoorlog waarschuwden voor de gevaren van een bolsjewistisch imperialisme. Zowel historici van het Belgische buitenlandse beleid als onderzoekers geïnteresseerd in de diplomatie van de Tweede Wereldoorlog zullen hierin kostbaar materiaal vinden om hun studies te stofferen.

- Michael Auwers – CegeSoma/Rijksarchief