Florian Babusiaux, L’organisation Stay behind en Belgique (1949-1991) Complots, terrorisme et réseaux secrets, Bruxelles, Racine, 2023

-Widukind De Ridder (CegeSoma/KULeuven)

Voorliggende publicatie gaat oorspronkelijk terug op een masterproef die in 2016 werd geschreven onder begeleiding van Emmanuel Debruyne (UCL). De auteur is intussen actief als archivaris in het stadsarchief van La Louvière. Het onderwerp spreekt uiteraard al decennialang tot de verbeelding. Meestal wordt daarbij een amalgaam gemaakt van erg uiteenlopende fenomenen zoals ze zich in de loop van de jaren tachtig manifesteerden tijdens de Belgische ‘Anni di piombo’: de ‘Bende van Nijvel’, de ‘Cellules Communistes Combattantes’ (CCC), ‘terrorisme’, ‘banditisme’, ‘strategie van de spanning’, etc. Concepten die inderdaad best tussen aanhalingstekens worden geplaatst omdat ze ook in relatie tot de fenomenen die ze menen te beschrijven kritisch moeten worden geanalyseerd. Ze maken deel uit van een specifiek tijdsgewricht waarin de legitimiteit van de staat op verschillende niveaus en door verschillende maatschappelijke actoren werd gecontesteerd (bv. ook de zogenaamde ‘vredesoptocht’ in Brussel met 400.000 deelnemers in 1983). In het verlengde van de Sovjet-Afghaanse oorlog (1979) staat de periode internationaal voor een heropflakkering in de Koude Oorlog. Met de machtsgreep van de ayatollahs in Iran (1979) als hoogtepunt luidde deze dynamiek uiteindelijk de doorbraak in van de politieke islam. In de nasleep van de aanslagen van 11 september 2001 zou nadien bijvoorbeeld het concept ‘islamitisch terrorisme’ definitief ingang vinden, enz.

Binnen welke context vonden, mutatis mutandis, de (complot)theorieën omtrent ‘Gladio’ ingang en hoe verhouden die zich tot het concrete functioneren van zogenaamde ‘Stay-behind’ netwerken? Het boek wil daarmee het midden houden tussen een representatiegeschiedenis en een actieve bijdrage aan het internationale debat omtrent de voornoemde netwerken.

De inleiding opent dan ook in medias res met de overval op de Colruyt van Nijvel op 17 september 1983. Ettelijke bloedige overvallen later liep de trieste balans van ‘de Bende’ in 1985 op tot zestien doden. Op een ogenblik dat de Koude Oorlog op zijn laatste benen liep, stond de internationale pers enkele jaren later bol van verwijzingen naar ‘Gladio’. Net als andere geheime ‘Stay-behind’ netwerken stond de organisatie in Europa naar verluidt overal paraat om een eventuele Sovjet-Russische invasie het hoofd te bieden. De publieke verontwaardiging was onmiddellijk groot en in sommige landen werden parlementaire onderzoekscommissies bij elkaar geroepen. In navolging van Italië wordt in België al snel het verband  gelegd tussen extreemrechtse ‘Stay-behind’ netwerken en de ‘Bende van Nijvel’. De auteur begint zijn onderzoek dus met een zorgvuldige analyse van het België van de jaren tachtig en analyseert hoe de onthullingen omtrent het bestaan van zogenaamde ‘Stay-behind’ netwerken gaandeweg een eigen leven begonnen te leiden.

De vlot geschreven synthese van de Belgische ‘Anni di piombo’ behandelt onder meer de elkaar schijnbaar afwisselende aanslagen van de CCC en de Bende van Nijvel in 1985 (Hoofdstuk I). Tijdgenoten brachten deze gebeurtenissen meteen in verband met het Italiaanse concept van de ‘strategie van de spanning’. In België luidde de these dat de aanslagen gepleegd werden om het land te destabiliseren en meer middelen te laten vrijmaken voor politie en gerecht.  Amada/PVDA advocaat Jos Van der Velpen had hier trouwens als schoolvoorbeeld kunnen fungeren

 

Florian Babusiaux, L’organisation Stay behind en Belgique (1949-1991) Complots, terrorisme et réseaux secrets, Bruxelles, Racine, 2023.

Florian Babusiaux herinnert er ons vervolgens aan dat deze legitimiteitscrisis opnieuw werd opgerakeld in de nasleep van de mediatieke “affaire Gladio” zoals die in november 1990 uit Italië kwam overgewaaid. Inclusief al dan niet vermeende banden tussen ‘Stay-behind’ netwerken en politiek geïnspireerd terrorisme. Eerst volgt een personderzoek naar de ‘affaire Gladio’ in Franstalig België waarin ook officiële verklaringen worden geïntegreerd van de toenmalige minister van defensie Guy Coëme (Hoofdstuk II). De gescheiden sferen vanaf de vroege jaren vijftig, onder controle van respectievelijk de militaire en burgerlijke inlichtingendiensten, kwamen daarin immers al aan bod. In 1991 zou een parlementaire onderzoekscommissie nadien echter evenmin een verband kunnen leggen tussen een van beide sferen en het politiek geïnspireerd terrorisme of de georganiseerde misdaad. Aangezien de betrokken inlichtingendiensten volgens het rapport van de commissie geweigerd hadden “de communiquer aux magistrats experts l’identité des agents civils”, kon daaromtrent naar eigen zeggen nog niet elke twijfel worden weggenomen. Volgens Florian Babusiaux is er binnen de representatiegeschiedenis dan ook een tweede stroming ontstaan die enthousiast in dit vacuüm is gedoken. Het gaat om monografieën en documentaires die elk hun variatie op het thema van de ‘strategie van de spanning’ lijken te presenteren of er nolens volens bij aanleunen. Het is hier echter vooral van belang dat ze door de jonge historicus allemaal even vakkundig de maat worden genomen (Hoofdstuk III).

Daaronder ook het doctoraat van de Zwitserse complotdenker Daniele Ganser dat in 2005 door Routledge werd uitgegeven. Een werk dat enkele jaren later in het doctoraat van Klaartje Schrijvers als ‘een hoogtepunt’ in het genre zou worden bejubeld.

In een afzonderlijk hoofdstuk wordt verhaald hoe de mythe van het ‘Belgische Gladio’ vanaf 2015-2016 uiteindelijk werd gedemystifieerd (Hoofdstuk IV). Eerst en vooral is er nooit sprake geweest van door de NAVO en CIA georkestreerde en gecoördineerde ‘Stay-behind’ netwerken. In landen als België, Frankrijk en Nederland ging het initiatief veeleer van de Britse MI6 uit. Indien dat nog nodig moest zijn, dan verwees Hervé Hasquin ook de mogelijke betrokkenheid van instructeurs uit het Belgische ‘Stay-behind’ netwerk in het ‘Bende-dossier’ definitief naar het rijk der fabelen. Afsluitend wordt het concrete en nogal prozaïsche functioneren van het Belgische ‘Stay-behind’ netwerk uit de doeken gedaan op basis van gedeclassificeerde archieven in Evere (Hoofdstuk V).

In publicaties uit de jaren tachtig, die zich in alle ernst over de zogenaamde ‘strategie van de spanning’ bogen, werden de complottheorieën omtrent ‘Gladio’ dus eigenlijk al aangekondigd. Sommigen meenden zelfs dat ze die op de Koningskwestie en de moord op Julien Lahaut konden projecteren. Een verhoogde links-rechts polarisatie, met wortels in de Koude Oorlog, zou ook nadien nog onbewust doorwerken in een bepaalde historiografie, in plaats van daarentegen een onderdeel te worden van de betrokken problematiek. Hoog tijd om daar in het verlengde van Florian Babusiaux werk van te maken.

-Widukind De Ridder (CegeSoma/KULeuven)

Contacteer ons

Zin om mee te werken aan een volgend nummer van Contemporanea?
Dat kan via onderstaande link