×

Foutmelding

  • Warning: Illegal string offset 'header' in bvng_publicatie_header_view() (regel 797 van /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).
  • Notice: Array to string conversion in bvng_publicatie_header_view() (regel 797 van /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).
  • Warning: Illegal string offset 'header' in bvng_publicatie_header_view() (regel 807 van /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).
  • Notice: Array to string conversion in bvng_publicatie_header_view() (regel 807 van /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).

Aalders, Maarten, Pusztai, Gábor & Réthelyi, Orsolya (red.), De Hongaarse Kindertreinen. Een levende brug tussen Hongarije, Nederland en België na de Eerste Wereldoorlog (Budapest en Hilversum: Uitgeverij Verloren en l’Harmattan, 2020), 216 p.

Chiara Candaele, Universiteit Antwerpen en Algemeen Rijksarchief 2

In 2015 veroorzaakte de foto van het aangespoelde lijk van Alan Kurdi, de Syrische kleuter die verdronk terwijl hij de Middellandse Zee overstak, een schokgolf in het Europese migratiedebat. De beelden van zijn levenloze lichaampje symboliseerden de urgente nood aan reflecties over het welzijn van kinderen in vluchtsituaties en bliezen nieuw élan in de internationale hulpverleningsacties om deze te garanderen. Deze wisselwerking tussen media en hulpverlening aan ontheemde kinderen is echter alles behalve nieuw. Ze laat daarentegen echo’s weerklinken die een eeuw geleden gestalte gaven aan de talrijke intra-Europese ‘kindertreinen’ die door het continent raasden en tienduizenden kinderen uit achtergestelde of door geweld getroffen regio’s tijdelijk rehabiliteerden. De historici die zich in de afgelopen tien jaar op deze migratiepraktijken hebben gestort, voornamelijk in het kielzog van Tara Zahra’s Kidnapped Souls en The Lost Children, toonden hierbij overtuigend aan dat deze acties niet enkel dienden om de kinderen te laten aansterken na de beproevingen van de Eerste Wereldoorlog, maar evengoed om vriendschapsbanden tussen de deelnemende staten te smeden en geopolitieke machtsverhoudingen te consolideren.1 In tijden waarin maatschappelijke debatten over kindermigraties, met name over interlandelijke adoptie en de repatriëring van kinderen van Syriëstrijders, opnieuw polemische hoogten bereiken, blijkt die ontwarring van de vervlechting van zorg en macht een broodnodige opdracht, waar historici uitermate goed voor gepositioneerd zijn.

In de geschiedenis van de Lage Landen geldt de Hongaarse kinderactie wellicht als de meest kwantitatief en symbolisch tot de verbeelding sprekende episode van de intra-Europese kindertreinen. Tussen 1920 en 1930 werden ongeveer 50.000 Hongaarse kinderen enkele maanden opgevangen bij een Belgisch of Nederlands gastgezin, waar ze konden aansterken na de ontberingen van de Eerste Wereldoorlog. Honderd jaar na de aankomst van de eerste kindertreinen uit Hongarije slaat een collectief van Nederlandse, Belgische en Hongaarse auteurs de handen in elkaar om een bundel integraal gewijd aan deze bijzondere episode in de migratiegeschiedenis van de twintigste eeuw te verwezenlijken. Stellen dat dit verhaal nog nooit eerder historisch werd belicht, zou oneer doen aan het verdienstelijke onderzoek en de herinneringsplechtigheden die de afgelopen jaren in zowel het zendende als in de ontvangende landen gestalte kregen.2 Deze bundel vormt echter een eerste poging om beide perspectieven met elkaar te versmelten tot een allesomvattend en multidisciplinair geheel. Om die ambitie kracht bij te zetten, verscheen de bundel dan ook zowel in het Nederlands als het Hongaars.

Dit verzamelwerk, dat na een conferentie aan de Eötvös Loránd universiteit in Boedapest onder de deskundige redactie van Maarten Aalbers, Gábor Pusztai en Orsolya Réthelyi tot stand kwam, compileert studies uit tal van historische en sociaalwetenschappelijke (sub)disciplines. Vera Hajtó, die eerder haar proefschrift over de Hongaarse kindertreinen publiceerde3 en Maarten Aalders brengen in het eerste deel een historisch vogelvluchtperspectief van de respectievelijk Nederlandse en Belgische casus. Het tweede deel groepeert vier bijdragen die het fenomeen van de kindertreinen uit nieuwe en onconventionele heuristische en analytische hoeken benaderen. In het concluderende gedeelte zorgen de bijdragen van Gábor Pusztai en Roeland Hermans voor een chronologische verbreding door, enerzijds, soortgelijke initiatieven in het kielzog van de Tweede Wereldoorlog onder de loep te nemen en, anderzijds, een levende brug naar het heden te slaan middels een reflectie over de constructie van een collectief geheugen over de kindertreinen.

Deze multi-perspectivistische opzet doet de lezer kennismaken met een spectrum aan facetten van de Hongaarse kindertreinen en de personen die er deel van uitmaakten. Bepaalde auteurs, met name Résthelyi en Réka Bozzay, belichten de institutionele en sociologisch-antropologische context waarbinnen dit migratiefenomeen vorm kreeg. Andere bijdragen, in het bijzonder het hoofdstuk van Judit Gera, hebben eerder oog voor individuele perspectieven, herinneringsprocessen en de emotionele reacties die eruit voortvloeien. De verschillende artikelen staan bovendien in wederzijdse dialoog, waardoor zich een aangename synergie doorheen de bundel ontwikkelt, wat voor een verzamelwerk zeker geen vanzelfsprekend gegeven is. Daarnaast mogen de auteurs gelauwerd worden voor de levendige en geïntegreerde verwerking van een uiterst gevarieerd bronnenarsenaal (foto’s, mondelinge getuigenissen, poëzie, kunstvoorwerpen, et cetera).

Het staat buiten kijf dat de bundel een knap staaltje microgeschiedenis tentoonstelt. Wanneer we het vergrootglas echter opheffen en het verhaal van de Hongaarse kindertreinen in zijn bredere historische context willen situeren, verliest de bundel enigszins aan analytische spankracht. Met uitzondering van enkele passages rond religiebeleving en genderbeelden in het Interbellum (met name bij Hajtó en Aalders) en de slotbeschouwing van Hermans die terloops verwijst naar andere kinderverplaatsingen, worden de kindertreinen eerder karig ingebed in het grotere Europese (migratie)verhaal. Door een gebrek aan verbinding met het bredere onderzoeksveld rond kinderverplaatsingen botst de bundel bij momenten op de limieten van zijn relevantie als gevalstudie. Een wat meer uitgebreide inleiding, met toelichting en een eventueel comparatieve analyse van de bestaande historiografie over andere migratiepraktijken, had hier soelaas kunnen bieden.

Deze rijk geïllustreerde en minutieus gestoffeerde bundel vormt een onontbeerlijk naslagwerk voor iedereen die zich in de opmerkelijke geschiedenis van de Hongaarse kindertreinen wil verdiepen. Daarnaast brengt het verzamelwerk een verdienstelijke bijdrage aan het onderzoek naar internationaal hulpbetoon, kindermigratie en -welzijn in twintigste-eeuws Europa, al moet de lezer vooral zelf aan de slag gaan om de nodige verbanden en syntheses te maken. Het eeuwfeest van de Hongaarse kindertreinen had zich, hoe dan ook, geen mooier eerbetoon kunnen toewensen.

- Chiara Candaele

Referenties

  1. Zahra, Tara, Kidnapped Souls. National Indifference and the Battle for Children in the Bohemian Lands, 1900–1948 (Ithaca: Cornell University Press, 2008); Idem, The Lost Children. Reconstructing Europe’s Families after World War II (Cambridge: Harvard University Press, 2011). Zie voor een historiografisch overzicht van het onderzoek naar kinderverplaatsingen en kindertreinen in het twintigste-eeuwse Europa: Scutaru, Beatrice & Paoli, Simone ‘Childhood, migration and biopolitics in modern European history’, in: Scutaru B. & Paoli S. (ed.), Child Migration and Biopolitics. Old and New Experiences in Europe (London: Routledge, 2020), 1-30.
  2. Zie onder meer de tentoonstelling De ‘Hongaartjes’. Belgisch-Hongaarse kinderacties in KADOC (Leuven, 2016).
  3. Zie: https://www.contemporanea.be/nl/article/2017-1-recensie-candaele-over-hajto