×

Foutmelding

  • Warning: Illegal string offset 'header' in bvng_publicatie_header_view() (regel 797 van /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).
  • Notice: Array to string conversion in bvng_publicatie_header_view() (regel 797 van /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).
  • Warning: Illegal string offset 'header' in bvng_publicatie_header_view() (regel 807 van /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).
  • Notice: Array to string conversion in bvng_publicatie_header_view() (regel 807 van /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).

Mary, Philippe, Prisons en Belgique. Histoires, normes, pratiques (Brussel: Éditions de l’Université de Bruxelles, 2021), 332 p.

Eric Maes, Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC)

Prisons en Belgique Éditions ULB, zo heet het nieuwe boek van Philippe Mary. Het werd, in pocketformaat, meer dan 300 bladzijden dik, uitgegeven in de reeks UBlire door de Éditions de l’Université de Bruxelles van de Université libre de Bruxelles (ULB). Met dit werk is de auteur zeker niet aan zijn proefstuk toe. Naast tal van artikelen en boekhoofdstukken publiceerde hij eerder al tal van monografieën en ge-edite werken over criminaliteit en (on)veiligheid, en maatschappelijke en/of penale reactie, waaronder gevangenisstraf. Eerdere titels van zijn hand zijn onder meer: Révolte carcérale, Changement et logique pérenne de la prison (Story Scientia, 1988), Délinquant, délinquance et insécurité. Un demi-siècle de traitement en Belgique (1944-1997) (Bruylant, 1998), Insécurité et pénalisation du social (Labor, 2003), La nouvelle loi pénitentiaire belge. Retour sur un processus de réforme (1996-2006) (CRISP, 2006, n° 1916) CRISP, Enjeux contemporains de la prison (Presses de l’Université Saint-Louis, 2013) Presses Université Saint-Louis, en Probation. Histoire, normes et pratiques (Bruylant, 2015) Larcier.

Philippe Mary studeerde maatschappelijk werk, is licentiaat in de sociologie en doctor in de criminologische wetenschappen. Hij is gewoon hoogleraar aan de Faculté de droit et de criminologie van de ULB, waar hij hoofdzakelijk strafrechtelijk beleid en penologie doceert ULB. Hij is, namens België, lid van het Europees Comité voor de preventie van foltering en onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing (CPT) Council of Europe en was ten tijde van de publicatie eveneens voorzitter van de commissie van toezicht bij de gevangenis te Dinant Commission de Surveillance Dinant. De auteur is met andere woorden gepokt en gemazeld in de materie die in deze nieuwste uitgave Prisons en Belgique wordt behandeld. En dit dus niet alleen vanuit professionele, academische hoek, maar eveneens door een bredere, praktische terreinkennis. De ondertitel Histoires, normes et pratiques is in dit opzicht dan ook niet toevallig.

Dit recente werk Prisons en Belgique is opgedeeld in vijf hoofdstukken die qua volume en perspectief (historisch, juridisch, en socio-/criminologisch) nogal variëren. We schetsen kort even de inhoud van de respectieve stukken.

Het eerste en tevens meest uitgebreide hoofdstuk (Changements et logique pérenne de la prison, pp. 13-92) traceert de historische ontwikkeling van het Belgische gevangeniswezen vanaf de achttiende eeuw tot op heden, met specifieke focus op de achterliggende discoursen over doelstellingen van en vormgeving aan de (gevangenis)straf. Wanneer vanaf eind jaren zestig het psycho-medisch behandelingsideaal – met leidende beginselen als classificatie (van gedetineerden), specialisatie (van inrichtingen) en individualisering (van behandeling) – meer en meer onder druk komt te staan, verzinkt het gevangeniswezen stilaan in een diepe legaliteits- en legitimiteitscrisis: ‘verdere hervorming of – veel radicaler – afschaffing van de gevangenis?’, luidt vervolgens de vraag. Van dan af breekt een tijd aan die gedomineerd zal worden door opeenvolgende gevangenisopstanden, immer groeiende gevangenispopulaties en almaar verslechterende detentieomstandigheden, onder meer onder invloed van een intussen compleet verouderde gevangenisinfrastructuur.

De Basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden die het (over)grote deel van Prisons en Belgique dooradert – en in tegenstelling tot wat het opschrift doet vermoeden, enkel de interne rechtspositie van gedetineerden behandelt, namelijk aspecten van het leven in de gevangenis – tracht een antwoord te formuleren op voormelde crises – tevergeefs? (zie Mary’s evaluatie, p. 187). In hoofdstuk 2 (La création de la loi pénitentiaire, pp. 93-144) beschrijft Mary in detail het zeer lange wetgevingsproces (1996-2005) dat, althans in een eerste fase, werd gekenmerkt door (bewuste) vertragingsmanoeuvres en (politieke) inmenging (pp. 129, 132-133).

Dat de wet officieel is afgekondigd, betekent nog niet dat ze in de praktijk ook ten volle wordt toegepast. Integendeel, meer dan vijftien jaar na datum is de wet nog niet volledig in werking getreden, officieel omwille van de overbevolkingsproblematiek (waarvoor veelal heil wordt gezocht in capaciteitsuitbreiding, pp. 162-186), en tal van initiële bepalingen zijn intussen alweer gewijzigd. In hoofdstuk 3 (Exécution de la loi pénitentiaire et surpopulation, pp. 145-187) identificeert en ontleedt Mary op dit vlak diverse types van beleidspraktijk, waaronder invoering en inwerkingtreding van niet-wettelijke bepalingen uitgevaardigd door de uitvoerende macht (wat duidt op de persistentie van administratieve hervormingen, p. 160). Met daarnaast nog herhaaldelijke wijzigingen van de oorspronkelijke wettekst (pp. 154-159) en niet-uitvoering/uitstel van inwerkingtreding van specifieke bepalingen wordt volgens Mary tevens de primauteit bevestigd van het veiligheidsperspectief (pp. 148, 156).

Op deze veelkoppige veiligheidsdimensie wordt verder gefocust in de laatste twee hoofdstukken van het boek. In hoofdstuk 4 (H_ow it works? Retour sur quelques modèles pénologiques_, pp. 189-256) gaat Mary nader in op een aantal leidende principes en penologische modellen die de Basiswet mee schragen, en beschrijft hij de representatie en praktische invulling van onderliggende doelstellingen zoals herstel (réparation), responsabilisering, en re-integratie (réinsertion). Finaal wijst hij op een (penologische) doelstelling die weliswaar niet als zodanig figureert in de Basiswet zelf, maar wel in de (nieuwe) praktijk van actuariële justitie (‘new penology’) dominant aanwezig is, nl. neutralisering of onschadelijkmaking (pp. 232-256). Het gaat er daarbij om gevaarlijke of risicovolle groepen te identificeren en te neutraliseren door hen uit het maatschappelijk leven te verwijderen. Mary spreekt in die zin, in verwijzing naar Foucault, over ‘neutraliser les dangers, fixer les populations inutiles’ (p. 10).

Waar dit laatste objectief van neutralisering meer algemeen refereert aan het gebruik van de gevangenis als middel ter bescherming van de maatschappij, onderscheidt de Basiswet zelf ‘externe’ veiligheid (verzekerde bewaring van gedetineerden en voorkomen van misdrijven gepleegd vanuit de gevangenis) (art. 2, 10°) en ‘interne’ veiligheid (vrijwaring van fysieke integriteit en voorkomen van beschadiging, vernieling, ontvreemding van goederen) (art. 2, 9°). Over die veiligheidsaspecten, en meer in het bijzonder over (vroegere) kwartieren met verscherpte beveiliging (KVB), en thans bijzondere veiligheidsmaatregelen en plaatsing in een individueel bijzonder veiligheidsregime (pp. 262-265), gaat het in het laatste hoofdstuk van het boek (Sécurité et surveillance, pp. 257-306). Hoewel de veiligheidsproblematiek, zowel extern als intern, inherent verbonden is aan de gevangenis als instituut, komt deze thematiek vooral de laatste decennia veel sterker onder de aandacht te staan, onder meer door een (onterechte) toegenomen vrees voor ontvluchtingen (zie voor een cijfermatige analyse, pp. 266-269). Niettemin wordt, in weerwil van dergelijke dominante veiligheidsbekommernis, toch ook getracht aan gedetineerden meer rechtszekerheid (‘sécurité juridique’) te bieden, met ondersteuning door onafhankelijke (inter)nationale toezichtsorganen en beklagprocedures (pp. 276-306).

In welke mate voormelde veiligheidsimperatieven concreet ingrijpen op de mogelijkheid tot uitoefening van de door de Basiswet toegekende rechten, zal verder moeten blijken uit de jurisprudentie van de nog vrij recent opgerichte klachtencommissies. Zoals Mary het bij wijze van slotakkoord zelf treffend stelt: ‘(…), on peut se demander si le souci de sécurité des droits porté par le discours sur le respect des droits des détenus agira vraiment comme contre-feu face à des préoccupations sécuritaires qui, en cinquante ans, se sont durablement et profondément implantées.’ (p. 312) De werking van de klachtencommissies en de invulling van het klachtrecht bieden zonder twijfel nog veel voer voor belangwekkend toekomstig wetenschappelijk onderzoek.

Het hier besproken werk van Philippe Mary getuigt van een uitgebreide theoretische kennis van de wetenschappelijk penologische literatuur over het gevangeniswezen. Steunend op een indrukkende verzameling bronnen – zie ook de uitgebreide bibliografie, pp. 313-327 – komen zowat alle belangrijke penologisch-carcerale concepten en inzichten doorheen dit boek aan bod (pains of imprisonment en gevangenis als totaalinstituut, less eligibility en normalisering, import- versus deprivatiemodel, dynamische veiligheid en dialectiek van de controle, netwidening, selectiviteit en dualisering, …). De achterliggende Belgische wetgeving en de ter zake relevante voorbereidende werken zijn grondig geanalyseerd. De concrete invulling van deze ‘normes’, en internationale standaarden, worden afgetoetst aan de (Belgische) praktijk (‘pratiques’), en de persoonlijke ervaring van de auteur met het terrein lijkt daarvoor ook bijzonder dienstig te zijn (bv. CPT-werkzaamheden; zie ook pp. 278-292). Hier en daar wordt één en ander ook geïllustreerd aan de hand van beschikbaar statistisch materiaal, zowel nationaal (ontvluchtingen) als internationaal-comparatief (gevangenispopulaties en -capaciteit, opsluitingen, detentieduur, overbevolkingsgraad, pp. 80-90). Het boek gaat – enigszins logisch, gezien de inhoudelijke draagwijdte ervan – in hoofdzaak in op de interne rechtspositie van gedetineerden (Basiswet), in mindere mate op de externe aspecten (maar zie bijvoorbeeld pp. 22-24, 103-104, 110-114, 168-171), en het behandelt voornamelijk de actualiteit en, afgezien van hoofdstuk 1, naoorlogse ontwikkelingen. Zoals de auteur zelf ook aangeeft, is het zeker ook geen geheel ‘nieuw’ verhaal, maar is het geïnspireerd op eerdere publicaties die werden herzien, vervolledigd, en geactualiseerd (tot april 2021).

De verschillende hoofdstukken zijn gevarieerd qua perspectief, nu eens meer historisch georiënteerd, dan weer eerder juridisch en/of sociaal-wetenschappelijk, en worden op een mooie, originele manier met elkaar verbonden. Naast diepgang en scherpte in de analyse is de sterkte en meerwaarde van dit werk er mijns inziens in gelegen dat het theorie en praktijk met elkaar verbindt en confronteert, en dat het verhaal bijkomend wordt geplaatst binnen bredere maatschappelijke ontwikkelingen (zie met name hoofdstuk 4, en meer in het bijzonder pp. 250-256: evolutie van verzorgingsstaat [‘État social’] naar sociale veiligheidsstaat [‘État social-sécuritaire’]). Het werk leest vlot – in de meer juridische stukken zijn specifieke verwijzingen naar artikelen vermeden, wat ook de leesbaarheid verhoogt – en de argumenten zijn doorgaans helder geformuleerd. Interessant op dit vlak zijn bijvoorbeeld ook de inhoudelijke bijdragen die door de auteur worden geleverd aan het debat over: de aanzuigende werking van capaciteitsuitbreiding (hoe meer beschikbare cellen, hoe meer gedetineerden?) (pp. 177-179); de vraag of de gevangenis nog wel langer als totaalinstituut kan worden getypeerd (pp. 213-232); en, de invloed van de penitentiaire aanpak van incivieken op de (naoorlogse) detentie-omstandigheden van gemeenrechtelijk gedetineerden (pp. 31-38). Men hoeft het met de interpretatie van de auteur op dit vlak niet altijd helemaal eens te zijn, maar voor al wie als professional of leek meer wil weten over de (recente) ontwikkelingen en toestand in de Belgische gevangenissen, in theorie en in praktijk, lijkt dit boek mij een absolute aanrader.

- Eric Maes, Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC)

Webreferenties

  1. Éditions ULB: https://www.editions-ulb.be/fr/book/?gcoi=74530100002130
  2. CRISP: https://www.crisp.be/librairie/catalogue/1546-nouvelloi-penitentiaire-retour-sur-un-processus-reforme-1996-2006.html
  3. Presses Université Saint-Louis: https://pusl.usaintlouis.be/publications/enjeux-contemporains-de-la-prison
  4. Larcier: https://www.larcier.com/fr/probation-2015-9782802752547.html
  5. ULB: https://cvchercheurs.ulb.ac.be/Site/Compos/DESC2116.php
  6. Council of Europe: https://www.coe.int/en/web/cpt
  7. Commission de Surveillance Dinant: https://ctrg.belgium.be/commissions/dinant