×

Foutmelding

  • Warning: Illegal string offset 'header' in bvng_publicatie_header_view() (regel 797 van /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).
  • Notice: Array to string conversion in bvng_publicatie_header_view() (regel 797 van /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).
  • Warning: Illegal string offset 'header' in bvng_publicatie_header_view() (regel 807 van /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).
  • Notice: Array to string conversion in bvng_publicatie_header_view() (regel 807 van /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).

Walthère Franssen, Des “goulags” belges ? : détenus russes, allemands et belges mis au travail dans nos charbonnages, 1942-1950, Blegny / Herstal, 2022, 138 p.

De tewerkstelling van krijgsgevangenen en incivieken in de mijnsector tijdens en kort na WO II is ongetwijfeld een zwarte bladzijde uit de vaderlandse geschiedenis. Dat beseft ook auteur Walthère Franssen in zijn vlot leesbaar en beknopt werk dat hij de titel Des “goulags”belges? toedicht. Op zijn minst een provocatieve suggestie, want het houdt weinig steek om de Belgische barakkenkampen met prikkeldraad te vergelijken met de grootschalige werk- en heropvoedingskampen in de Sovjet-Unie, waar velen de dood vonden. Cijfermatig ging het om ongeveer 20.000 Russische krijgsgevangenen en burgers (1942-1944), 50.000 Duitse krijgsgevangenen (1945-1947) en 4.000 Belgische incivieken. De meeste Duitse krijgsgevangenen en incivieken kwamen op vrijwillige basis omdat ze in de mijn een lotsverbetering zagen. Voor de mijndirecties was deze vorm van tewerkstelling van goedkope arbeidskrachten met minder rechten een welgekomen goedkope – lees: lucratieve - oplossing voor hun desastreus personeelsbeleid. De overheid hoopte dan weer het nijpende energietekort gedeeltelijk weg te werken.

Franssen, een gewezen mijnwerker, belicht onder meer het dagelijks leven, de loon- en arbeidvoorwaarden en de relaties met de bevolking of andere mijnwerkers. De studie concentreert zich in hoofdzaak op de toestand in een aantal Luikse mijnen. Tegelijkertijd gaat de meeste aandacht naar de Duitse krijgsgevangenen. Een extraatje is de publicatie van het dagboek van de Duitse krijgsgevangene Alexander Schreiber. Dit biedt echter weinig bijkomende informatie, al illustreert het goed de geringe introspectie over het Naziverleden en het ongeduldig wachten op de vrijlating. De publicatie van dit egodocument en de hobbelige levensloop van Schreiber nodigen alvast uit om zijn eventueel dossier in het Stasi-Unterlagen-Archiv (Bundesarchiv) in Berlijn te bekijken.

Franssen doet een beroep op een aantal archieven en citeert uitgebreid. Tegelijkertijd is het archiefonderzoek er één van gemiste kansen. Sinds Philippe Sunou in 1980 zijn baanbrekend onderzoek over de tewerkstelling van Duitse krijgsgevangenen publiceerde is er veel archiefmateriaal ontsloten en toegankelijk geworden. Onder meer de Administratie van het Mijnwezen, de Dienst voor Krijgsgevangenen Afdeling B (Ministerie van Economische Zaken), Achille Van Acker (met de censuur van de brieven van de krijgsgevangenen naar de heimat) of de kabinetten van de Ministers van Economische Zaken werden niet geraadpleegd. Qua literatuur ontbreken eveneens veel publicaties, zoals het onderzoek van Jan Kohlbacher over het Russisch kamp in Eisden of dat van Luc Minten over de incivieken. Deze lacunes beletten niet dat deze publicatie een uitstekende inleiding tot het thema van de (verplichte) tewerkstelling van krijgsgevangenen en incivieken biedt.

Het werk is verschenen in de reeks Les cahiers de Blegny-Mine. Met deze reeks tracht Blegny-Mine samen met de provincie Luik de herinnering aan het rijke mijnverleden in het Luikse levendig te houden.

- Guy Coppieters, Rijksarchief