×

Message d'erreur

  • Warning : Illegal string offset 'header' dans bvng_publicatie_header_view() (ligne 797 dans /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).
  • Notice : Array to string conversion dans bvng_publicatie_header_view() (ligne 797 dans /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).
  • Warning : Illegal string offset 'header' dans bvng_publicatie_header_view() (ligne 807 dans /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).
  • Notice : Array to string conversion dans bvng_publicatie_header_view() (ligne 807 dans /home/spinternet.be/users/contemporanea/public_html/sites/all/modules/custom/akapivo/bvng/bvng.module).

Harry Van Velthoven, Scheurmakers en carrièristen. De opstand van christendemocraten en katholieke flaminganten (1890-1914). Kapellen: Pelckmans, 2014. 341p.

Bieke Nouws, KU Leuven

Staan we voor een democratische revolutie? vroeg economiefilosoof en essayist voor De Morgen Rogier De Langhe zich aan het einde van 2016 af. Hij dacht daarbij niet in de eerste plaats aan de Brexit of de verkiezing van vastgoedmagnaat en grofgebekt mediafenomeen Donald Trump tot president van de VS, hoewel in beide evenementen protestacties gezien werden tegen een zelfbehartigende politieke elite. Wel had hij het over de volksbewegingen die zich organiseerden rond dossiers als Oosterweel en de ontbossingsvergunning voor transportbedrijf Essers, en over het viertal politici dat uit onvrede met hun beleid afstand namen van hun respectievelijke partijen. Daaronder het Vlaamsgezind duo Vuye-Wouters, dat nog een tijdje schermde met de idee van een eigen partij, een flamingante scheurpartij als het ware.

Eén en ander kan bekend in de oren klinken van lezers van Scheurmakers en carrièristen, het recentste boek van Harry Van Velthoven, waarin de opkomende Christendemocratie en het katholiek flamingantisme tussen 1894 en 1914 centraal staan. ‘Volksbewegingen’ kon je dit moeilijk noemen, gedragen door voornamelijk notabelen, artsen en advocaten, maar een dikke eeuw geleden zorgden zij mee voor wat De Langhe een politieke zijstroom noemde, die toen nog moeite had om door de autoriteiten in acht genomen te worden. Inmiddels zijn de twee (getransformeerde) bewegingen uitgegroeid tot de grootste partijen van Vlaanderen en hebben ze hun eigen brandjes te blussen. Democratie is een raar beestje…

Harry Van Velthoven werd in 2011 al gehuldigd met een gebundelde heruitgave van zijn voornaamste teksten, maar heeft sindsdien niet op zijn lauweren gerust. De inmiddels bekende pennenstrijd met concullega Lode Wils werd door de emeritus hoogleraar kennelijk nog niet als voltooid beschouwd. Het boek zoekt dan ook hoofdzakelijk één van diens hypothesen te ontkrachten. Volgens Van Velthoven emancipeerden de christendemocratische en katholiek-flamingante bewegingen zich namelijk tamelijk onafhankelijk van elkaar. Hij onderschrijft de voortrekkersrol van de katholieke Vlaamsgezinden op taalwetgevend gebied, maar relativeert sterk de bijdrage van de christendemocraten, waarmee zij lang niet zo nauw zouden hebben samengewerkt als Wils wel geïnsinueerd had en sommigen na hem voor waar hebben aangenomen.

Lokaal of individueel was soms wel iets mogelijk, maar toenaderingspogingen op nationaal niveau (voor zo ver beide bewegingen gecentraliseerd waren) hadden weinig succes en van zodra de belangen niet meer in elkaars verlengde lagen, kwam de verstandhouding vaak door conflicterende prioriteiten onder druk te staan (zoals het huidige ‘kibbelkabinet’ nog wel eens overkomt?). Qua discours en door de sociale kwestie voor de Vlaamse te stellen, leunden de (nochtans antisocialistische) christendemocraten zelfs eerder aan bij de Vlaamse socialisten dan bij hun Vlaamsgezinde partijgenoten, suggereert Van Velthoven een aantal keer, al weerhoudt hij er zich van het ooit zo scherp te stellen.

De geringe formele opwaardering van het Vlaams tussen 1894 en 1914 was volgens Van Velthoven dan ook niet te wijten aan de tegenwerking van zulk een katholiek front door on- of anti-Vlaamse liberalen en socialisten. Het was vooral opboksen tegen de conservatieve regering/partijleiding, die bepaald niet stond te popelen om haar macht te delen met dwarsliggers binnen de partij. Door middel van wortel en stok, slim opgestelde kieslijsten en lastercampagnes, slaagde ze er dan ook lange tijd in dit te voorkomen. Hadden de ‘jeune droite’ en katholieke flaminganten met andere woorden iets gemeen, dan was het voornamelijk de manier waarop ze werden weggepest door een Charles Woeste en consoorten, die hen versleten voor scheurmakers en postjespakkers (uit het boek is niet duidelijk of het woord carrièristes daarbij gebruikt werd).

Ging de bal op de duur toch aan het rollen, dan was dat ten gevolge van het slinkende overwicht van de katholieken in de Kamer. De invoering van de evenredige vertegenwoordiging had een verandering in gang gezet die het algemeen meervoudig stemrecht niet tegen de wil van het establishment had kunnen teweegbrengen. Ca. 1905 werden wisselmeerderheden een reële mogelijkheid, waarvan de los georganiseerde subgroepen niet nalieten gebruik te maken. Terwijl de Christendemocraten in 1907 de regering mee ten val brachten en er zich vervolgens inwerkten, slaagden de katholieke flaminganten er terzelfdertijd nog niet in hun claims met gelijkaardige dreigementen door te duwen. Zij zouden slechts vanaf 1912 een rol van betekenis spelen, na de oprichting van een formele kamergroep en verhoging van de aandacht voor de sociale en economische gevolgen van taaldiscriminatie tegen Vlamingen. Deze koerswijziging zette bovendien een deur open naar hechtere samenwerking met christendemocraten, die zich tegelijkertijd bewust werden van het belang van taal op bijvoorbeeld de arbeidsmarkt.

De titel, scheurmakers en carrièristen, mag dan wel op twee nog vrij onmachtige bewegingen slaan, Van Velthoven gaat veel verder dan het chroniqueren van hun eerste stapjes in het parlement. Diepgaande analyses van tal van sleuteldebatten, inclusief nieuwe inzichten (bijvoorbeeld over de invoering van de evenredige vertegenwoordiging, p. 179) en origineel bronnenonderzoek (dat sterker in de verf gezet had kunnen worden), maken het boek tot een potentieel standaardwerk voor de vooroorlogse politieke geschiedenis van België. Een aantal inmiddels vertrouwde visies en concepten van Van Velthoven keren daarbij terug: Brussel als losprijs voor taalrechten in de rest van Vlaanderen, de driefasentheorie van Miroslav Hroch enz.

Van Velthoven lijkt de 19e-eeuwse politieke strategieën te lezen alsof hij er zelf bij was (of helderder). Tegelijk maakt hij ze begrijpelijk voor oningewijden, door in hoofdstuk 1 (dl. 1) een aantal van de punten aan te halen waarop de politieke dynamieken van toen en nu verschillen, zo bijvoorbeeld: het gebrek aan bestuursraad bij de katholieke partij, waarvan de leiding tussen 1884 en 1914 de facto werd waargenomen door de regering, eensgezindheid binnen de confessionele partij als uitzondering eerder dan de regel, de aanzienlijke macht van de Kamervoorzitter, de autoriteit van het episcopaat en de directe inmenging van zelfs de paus in nationale politieke kwesties. Desalniettemin merkt specialist van de Vlaamse Beweging Pieter-Jan Verstraete in zijn recensie voor het online magazine Doorbraak niet geheel onterecht op dat enige voorkennis is meegenomen. Dat blijkt ook uit de onderschriften bij sommige van de spotprenten, die bijvoorbeeld niet altijd vermelden tot welke strekking de periodieken gerekend moeten worden waaraan ze ontleend zijn. Dat gezegd zijnde, is het een veilige afsluiter om te stellen dat de zwart-witte karikaturen extra kleur geven aan de impressionante synthese die Scheurmakers en carrièristen is, van oude en nieuwe bevindingen aangaande de vroege Vlaams-katholieke en Christendemocratisch bewegingen.

- Bieke Nouws